Van
GEBOREN WORDEN WAAR HET KAN
La naissance par laquelle un vivant
quitte un monde pour un autre.
Comme une seconde naissance
qui s’ouvre dans le cours de la vie.
Pascal Quignard
Op het gevaar af te psychologiseren, blijkt het werk van Peter de Thouars niet los te staan van zijn wortels in Indonesië en van de schok, de desoriëntatie die zijn komst naar Nederland, op zesjarige leeftijd, heeft teweegbracht. Het maakte hem tot een veelzijdig soort onderzoeker, intuïtief en nieuwsgierig, een daadwerkelijke verkenner.
Na een aanstelling op de Universiteit, als wetenschappelijk onderzoeker bij gynaecologie – een functie die bij gebrek aan financiële middelen ophield –, besloot hij de Akademie voor Beeldende Kunst in Arnhem te volgen. Zo bleef hij onderzoeker maar zette zijn activiteiten op een andere manier en op ander niveau voort. Zijn wijze van in het leven staan zal er niet wezenlijk door veranderen.
Toch doen zijn doeken op het eerste gezicht niet studieus aan. Misschien met uitzondering van de vellen papier waarop hij tekens, een soort eenvoudige geometrische symbolen, verkent en ze ten opzichte van elkaar schikt – als het ware vingeroefeningen voor en rustpunten in zijn schilderen. Van hun kant lijken zijn doeken te intuïtief, te los, te spontaan, te chaotisch om ze als studies te ervaren en ze zo te noemen. Bij nader toezien valt echter op dat ze vaak in groepen ontstaan, dat ze lijnen die worden uitgezet, volgen, zonder per se reeksen op te leveren. Kortom door een zekere gelijkheid in formaat en kleurstelling is een aantal doeken met elkaar verwant. Hoe dan ook hebben ze de duidelijk aanwezige achtergrond gemeenschappelijk: het weloverwogen geprepareerde doek, rondom rond nog te zien. Peter de Thouars beschouwt de preparering onvermijdelijk voor zijn werk. De bewuste keuze van bepaalde, wisselende materialen, op geëigende wijze als ondergrond aangebracht, is een ambachtelijke verrichting. Op die verworvenheid, op zo’n gerealiseerde houvast, voltrekt zich het proces van schilderen; de kunstenaar laat er zijn intuïtie op los. De achtergrond vormt de plek waarin het geschilderde zich terugtrekt, opgenomen raakt, of waaruit het zich juist profileert.
Het blijft hachelijk wat in het werk van Peter de Thouars te zien is, onder woorden te brengen, daar het zich in zijn chaos en zijn nog nauwelijks vorm te hebben aangenomen, aan de taal onttrekt. Maar de titel Eerste hechting, die hij aan zijn recente schilderijen geeft, biedt me een sleutel tot zijn werk. Hiermee voert hij me terug naar de gynaecologie – waarin hij ooit onderzoek deed –, in een spoor dat bevestigt lijkt te worden door zijn, met betrekking tot kunst, over ‘inseminatie’ te hebben gesproken. Van de andere kant springt de hedendaagse Franse schrijver Pascal Quignard, me ter hulp door te constateren dat we ‘ten prooi zijn aan beelden die geen enkele visuele bron in onszelf hebben […] beleefd vóór het geboren worden’. Woordeloos, staande voor de werken van Peter de Thouars, bevindt de beschouwer zich ‘aan de kant van de onopzettelijke stem […], van het geritsel’, maar evenzeer van de schreeuw. Het zijn dergelijke beelden – in hun abstracte ongevormde beweeglijkheid, eerder echo’s – die de beschouwer te zien krijgt. Ook hier verwoordt Pascal Quignard het veel scherper dan ik het kan: ‘het zijn fragmenten van impulsieve, of compulsieve, dwangmatige beelden [die] aan het zichtbare voorafgaan’.
Bijgevolg lijkt het me niet onjuist, zijn schilderen geworteld in een dergelijk vroeg, pre-verbaal stadium, te zeggen dat de kunstenaar – behalve dan voor wat betreft de ondergrond – zijn schilderen weinig in de hand houdt, weinig stuurt. Alleen zo kan hij uiting geven aan een vage, vroege maar cruciale herinnering, een eerste hechting, kortom aan iets dat hem zeer heeft aangegrepen en nog aangrijpt, hem niet loslaat. Heeft het niet te maken met het geboren worden: de niet te dempen schreeuw bij de moederschoot verlaten, het ter wereld komen, evenals de verscheurende ervaring uit zijn geboorteland te zijn verbannen? Kortom de schreeuw verbonden met zijn eerste hechting en het verbreken ervan, zijn eerste onthechting dus, die in zijn werk – als de beeldende echo van dit alles – meer algemeen op de beschouwer wordt overgedragen.
Waar andere kunstenaars om zo te zeggen in hun werk geen ‘eerste’ aannemen, maar verder, dieper teruggaan in de existentie, en, om zich in deze afgrondelijkheid te begeven, zich wapenen met een zelf gefabriceerd alfabet, concentreert Peter de Thouars zich op de eerste hechting, op wat ze teweegbrengt en wat van daaraf kan en al dan niet zal plaatsvinden. Dus geen alfabet, geen onherleidbare bouwstenen om mee te werken, maar een als het ware axiomatief geponeerde of eerder ervaren, geaccepteerde fond, in de betrachting er zich aan vast te klampen, deze te omarmen, maar evenzeer te voelen dat ze hem ontglipt. In die zin gaat het bij hem eerder om een ‘verkennen’ dan om een studie; is het intuïtiever, meer experimenteel en sensitief, en misschien wanhopiger.
Het contact tussen de geprepareerde ondergrond en de opgebrachte verf, haar hechting, is wezenlijk voor de kunst van Peter de Thouars. Het proces van hechten én loslaten, verbreken, de echo waarin evenveel bewaard wordt als verloren gaat, is de manifestatie en de voltrekking van het scheppingsproces zelf. In dit gebeuren, door de kunstenaar noch te voorzien, noch te sturen, waarvoor hij door de geprepareerde ondergrond de basis heeft gelegd, ontstaat iets unieks. Dit toont ieder afzonderlijk doek, dit laat kunst gebeuren.
Naar
NIET OPHOUDEN GEBOREN TE WORDEN
‘Nous n’en finissons pas de naître’
Louis-René des Forêts
Daan van Speijbroeck